Omdenken: zien wat er ook zou kunnen zijn
Zij: “Ik ga niet naar de oud-leerlingenavond van mijn middelbare school. Stel je voor dat ik moet vertellen dat ik weer ga studeren.”
Ik: “En als we dat nu eens omdenken?”
Zij: “Ik ga niet naar de oud-leerlingenavond van mijn middelbare school. Stel je voor dat ik moet vertellen dat ik weer ga studeren.”
Ik: “En als we dat nu eens omdenken?”