“Want daar draait het hier elke dag om”
Hoe doe jij dat, een lezing geven over jouw boek voor mensen die minder goed Nederlands praten? “Gewoon”, antwoord ik dan. “Ik breng mijn boek mee en de kamishibai-versie met grote foto’s. Ik vraag om de stoelen in een halve cirkel te zetten. Ik vertel dat ik blij ben dat ze mij hebben uitgenodigd. En af en toe pas ik woorden aan.”
Als alle deelnemers aan een gesprek Nederlands leren, dan is dat aanpassen. Dan gebruik ik nog wat vaker armen en handen en voeten. En praat ik bewust in vertragingsmodus. Sommige thema’s raken we minder aan. En even vaak heb ik gemerkt dat net vertragen en verstillen, zorgen voor een diep gesprek.
De kracht van (moeilijke) woorden
‘De droom van Christoffel’ is (o.a. een ode aan) de kracht van woorden, dus praten we tijdens een auteurslezing voortdurend over mooie woorden. Soms was de taal uit het boek (te) moeilijk voor de deelnemers, en lazen we traag samen woorden en zinnen opnieuw. En opnieuw. Tot we het allemaal samen begrepen (en soms ook niet). Voor heel wat lezers zijn deze zinnen uit het boek uiterst uitdagend:
Voor mij zijn letters alles.
Woorden brengen geluk.
Woorden zorgen voor begrip.
Schoonheid verbindt.
“Hé,” vroeg een leerkracht : “Deze zinnen wil ik graag in mijn klas ophangen. Want daar draait het hier elke dag om.” Op die momenten kan ik enkel denken: hoe fantastisch dat zo iemand lesgeeft.
Hoe subtiel censuur kan zijn
Heel wat gesprekken gingen over de kracht van woorden, over meningen en over censuur. Waar uitkomen voor je mening een stevig risico inhoudt, en waar niet. Nuances aanbrengen, zeker in zulke heikele thema’s, is een voortdurend spel met woorden. Dus daar waagde ik mij elke keer opnieuw aan. Want hoe krijg je anders de drijfveren van Christoffel Plantijn uitgelegd, en de tijdsgeest?
Het meest uitdagend bleek om uit te leggen hoe subtiel censuur kan zijn, ook in België. Nee, voor een eigen mening raak je hier niet in de gevangenis. Maar het kan je wel je job kosten.
Eén leerkracht mailde mij na de lezing: “De cursisten vonden het zo jammer dat ze niet alles hebben kunnen vertellen en vragen wat ze wilden, omdat Nederlands vaak nog moeilijk is voor hen. Ze waren wel onder de indruk van het gesprek en willen u nog eens bedanken.” Tevreden leren zijn met wat er wel is, een dagelijkse oefening.
Tussen de sneeuwvlokken…
De meeste groepsgesprekken verliepen best vrolijk. Eén man grapte dat hij wel wilde trouwen met Salwa, één van de hoofdpersonages. Anderhalf uur lang stuurde hij het gesprek mee de humoristische kant op.
Nadien babbelden we aan de tramhalte, op een dag dat het volop sneeuwde, samen de kou weg. Tussen de sneeuwvlokken kwam het gesprek op zijn dochter, die veel last had van hoofdpijn en schrok bij grote knallen. Bleek dat zijn drie andere kinderen overleden waren bij een bombardement in Irak, en de overblijvende dochter leed onder trauma’s. Zijn vrouw was niet graag in het appartement waar ze nu woonden, vertelde hij stil. Er zaten muizen, een daar werd ‘zijn mevrouw’ zenuwachtig van. Hij wilde dus zo snel mogelijk ergens anders gaan wonen. Eerst beter Nederlands leren, dan een opleiding tot heftruckchauffeur volgen, dan een klein huisje in Merksem. Of ergens waar het rustig was voor zijn kind.
In groep de humoristische trekker zijn, en in een gesprek met twee de zware thema’s op tafel leggen: zo erg verschillen wij mensen niet van elkaar.